Wobbler Syndroom

 

Het zenuwstelsel laat zich indelen in een centraal deel (de hersenen en het ruggenmerg) en een meer perifeer deel (de zenuwbanen naar zintuigen, spieren en organen). Zo kunnen ook de aandoeningen van het zenuwstelsel in deze twee categorieën worden ondergebracht. Over het algemeen zijn deze aandoeningen ernstig van aard, omdat de zenuwverbindingen de hond in staat stellen om zich normaal te gedragen.
Er kan een degeneratie van het centrale zenuwstelsel optreden. Een verval van zenuwweefsel kan bijvoorbeeld tot afwijkende functies leiden.
Verder komen verlammingen voor die worden veroorzaakt door misvormingen, afklemmingen of breuken in zenuwverbindingen. Dit gebeurt zowel op meer centraal niveau, vooral bij het ruggenmerg, als op perifeer niveau. In het laatste geval komen specifieke zenuwverbindingen of zenuwbanen en hun werking onder druk te staan.
Aandoeningen die min of meer binnen het centrale zenuwstelsel zijn gelokaliseerd, zullen afhankelijk van de plaats waar ze optreden ook specifieke verschijnselen en functieverliezen oproepen.

Aandoeningen van het ruggenmerg

Aandoeningen van het ruggenmerg komen tamelijk algemeen voor bij honden. Ze worden onder andere veroorzaakt door afwijkingen in bouw van de wervelkolom, waarbij zenuwbanen bekneld kunnen raken. Dit resulteert in verlammingen in overeenstemming met de aard en de plaats van de beknelde zenuw, functieverlies van organen of storingen in het vervoer van zintuiglijke informatie naar het centrale zenuwstelsel.
De dierenarts zal aan de hand van de verlamming of het functieverlies deze beknelling vaak scherp kunnen lokaliseren, omdat er een volledige samenhang bestaat tussen spiergroepen, organen, zintuigcellen en het verloop van de daarop betrekking hebbende zenuwbanen.
De oorzaken kunnen van erfelijke oorsprong zijn en zowel in de aard van de bouw van de wervelkolom liggen als in de aard van de betreffende bot- en kraakbeenstructuur.

Het Wobbler syndroom (ofwel cervicale vertebrale instabiliteit) is een aangeboren aandoening (en vaak ook erfelijke afwijking) die vooral voor komt bij grote rassen als de duitse dog en de Dobermann. Wobbler ontstaat door instabiele verbinding van de vijfde, zesde en zevende nekwervels of een misvormde ruggengraat. De reden van deze afwijking is tot op heden nog niet bekend. Klinische studies wijzen uit dat zowel erfelijkheid als voeding een rol kunnen spelen in het ontstaan van het Wobbler syndroom.
De afwijking lijdt tot een scheuring van de tussenwervelschijf met druk op het ruggenmergkanaal tot gevolg. Deze druk op het ruggenmerg geeft plotselinge symptomen van incoördinatie van de achterhand (omvallen, moeilijk lopen) door de slechte zenuwgeleiding in het ruggenmerg en de nekwervels. De honden lopen als het ware op eieren en hebben een zekere vorm van ataxie. Ze weten als het ware niet goed meer waar ze hun achterbenen plaatsen. Deze symptomen verslechteren meestal langzaam. De honden gaan met de achterbenen wijder lopen om zo meer stabiliteit te hebben. Na een tijdje gaan de dieren ook met hun tenen over de grond slepen waardoor er zelfs letsel op de bovenkant van de tenen kan ontstaan. De symptomen kunnen plots verslechteren met soms complete verlammingen van de achterbenen tot gevolg.
Het uitrekken van en drukken op het hoofd van de hond kan pijnreacties geven.

Bij een röntgenfoto met contrastvloeistof is het Wobbler syndroom vast te stellen. Hierbij wordt contrastvloeistof langs het ruggenmerg gespoten. Door de contrastvloeistof is dan de versmalling van de tussenwervelruimte bij de laatste nekwervels te zien.

Het Wobbler syndroom bij doggen uit zich doorgaans rond het eerste levensjaar. Bij Dobermanns komt het pas op middelbare leeftijd tot uiting.
Een operatie van honden met Wobbler staat nog altijd ter discussie. Naast de zware operatie en lange revalidatie komen de symptomen bij behandelde honden soms toch weer terug. In incidentele gevallen geeft een operatie wel verbetering, maar meestal zijn de vooruitzichten van een hond met het Wobbler syndroom niet gunstig en bestaat de behandeling uit het geven van corticosteroïdeninjecties en fysiotherapie of orthomanuele therapie.

Er wordt op dit gebied nog zeer weinig onderzocht door fokkers. Omdat Wobbler een erfelijke component kan bevatten, is het raadzaam om bij twijfel eventuele fokplannen niet uit te voeren.

> Klik hier voor een filmpje van Max (hij had Wobbler en HD), januari 2002