Cauda Equina Syndroom

Cauda Equina is Latijn voor 'paardenstaart' zo wordt het laatste deel van het ruggenmerg genoemd dat via de laatste lendenwervels en het heiligbeen in de staartwervels loopt.
Het Cauda Equina Syndroom (CES) is een vrij zeldzame neurologische aandoening genoemd naar de bundel van de wortels van alle ruggenmergzenuwen onder de eerste lendenwervel. Deze zenuwwortels waaieren uit als een paardenstaart (vandaar de naam; cauda = het uiteinde van de wervelkolom, staartbeen).
Door bijvoorbeeld een tumor of een hernia in de rug raken deze zenuwen bekneld, waardoor allerlei klachten (uitvalsverschijnselen) kunnen optreden. Het Cauda Equina syndroom ontstaat dus door een slechte zenuwgeleiding in het achterste deel van het ruggenmerg.

Honden met het Cauda Equina Syndroom hebben in meer of mindere mate last van de volgende verschijnselen:

  • Progressieve, vaak scherpe pijn laag in de rug (ter hoogte van de lendenstreek) De pijn manifesteert zich als plotseling piepen of gillen bij verkeerde bewegingen, zoals een gekke sprong of een botsing met een andere hond. Vaak blijft het bij deze incidenten en functioneert de hond weer normaal. Er zijn zelfs honden die gewoon behendigheid blijven doen
  • Zwakte (mank lopen), slapte of (lichte) verlamming van één of beide achterbenen
  • Geleidelijk aan moeilijkheden vertonen met het recht staan
  • De hond kan ook plots pijn vertonen na opspringen of na plots recht te hebben gestaan (de hond gaat meestal kreunen van de pijn als hij wil rechtstaan)
  • Sommige honden beginnen aan hun staart en/of tenen te kauwen ten gevolge van de uitstraling naar die extremiteiten
    Plassen is gestoord, vaak lukt het niet of wordt de hond incontinent voor urine
  • Problemen met de darmen (fecale incontinentie door slechte kringspierspanning, verstopping door trage darmwerking)

Het Cauda Equina Syndroom wordt veroorzaakt door het samendrukken (compressie) van de Cauda Equina zenuwwortels, waardoor deze in meer of mindere mate beschadigd raken. Met name deze zenuwwortels zijn gevoelig voor beschadiging omdat ze slecht ontwikkeld bindweefsel hebben. Goed ontwikkeld bindweefsel beschermt tegen samendrukkende invloeden.

Om onze diagnose zeker te stellen, moet een myelografie gedaan worden doen. Door een contraststof in te spuiten langs het ruggenmerg zien we waar en hoeveel druk er is op het ruggenmerg ter hoogte van de lumbosacrale overgang. Zo kan ook geschat worden welke operatie techniek toegepast kan worden en of dit wel nodig is.

Oorzaken van het Cauda Equina Syndroom:

  • Grote hernia
  • Ongeval met breuk en/of verschuiving van een wervel
  • Ontsteking met abces vorming
  • Gezwel of uitzaaiing van een tumor

Het mogelijke herstel van beschadigde zenuwen is afhankelijk van vele factoren: de hoeveelheid druk op de zenuw, leeftijd, voeding, algehele gezondheidstoestand, etc. Het is dan ook moeilijk om hier richtlijnen voor te geven. Wel kan gesteld worden dat er in het algemeen drie mogelijke situaties zijn:

  1. Allereerst kan het zijn dat de zenuw slechts "slaapt". De zenuw wordt tijdelijk stilgelegd wanneer de druk niet zo groot is.
    Wordt de druk opgeheven, dan zal de zenuwfunctie vrij snel terugkomen.
  2. Een zenuw bestaat uit twee delen: de zenuwtak (axon), die het binnenste van de zenuw vormt, en een isolerende laag (myelineschede) daar omheen. Bij iets meer druk bestaat de mogelijkheid dat het axon wel is vernietigd, maar dat de myelineschede nog intact is. De zenuw kan zijn axon laten groeien, waarbij de myelineschede het axon geleidt naar waar hij heen moet. Onder de beste condities groeit het axon met 1 millimeter per dag, dat is ongeveer 3 centimeter per maand.
  3. Het kan ook gebeuren dat het axon is geplet en de myelineschede is gescheurd. De zenuw zal proberen het axon te laten groeien, maar beschikt niet over de myelineschede als gids om de weg terug te vinden. Herstel is dan onwaarschijnlijk.

Bij het bovenstaande moet bedacht worden dat herstel zich afspeelt op celniveau. Een zenuw bestaat uit vele afzonderlijke cellen. Sommige zenuwcellen zullen meteen terugkomen, anderen hebben daar meer tijd voor nodig, weer anderen zullen niet terugkomen. Komen er voldoende zenuwcellen terug, dan zal de zenuwfunctie terug kunnen komen. Bij sommige honden is herstel van de zenuwen te zien tot 3 jaar na de beschadiging. Het is heel moeilijk te voorspellen hoeveel herstel zich voor zal doen, vooral vlak na de beschadiging.

Behandeling
In niet te erge gevallen kan getracht worden met corticosteroïden (bijvoorbeeld Moderin) de zwelling ter hoogte van het ruggenmerg te verminderen. Als nabehandeling worden dan NSAID’s zoals Rimadyl® gegeven.

In de meeste gevallen moet operatief ingegrepen worden. De behandeling bestaat uit het vrijmaken van de beknelde zenuwen (decompressie) door het wegnemen van het dak van de wervel. Na de operatie zijn de klachten vaak niet (meteen) verdwenen. Veelal moet langdurig gerevalideerd worden. Eerst en vooral moet de hond de nodige rust hebben. De hond mag zo weinig mogelijk opstaan en krijgt in het begin wat corticosteroïden in combinatie met antibiotica.

In het algemeen vindt in het eerste jaar na de operatie het meeste herstel plaats. De ervaring leert dat ook in het tweede jaar nog verbetering op kan treden en zelfs ook in het derde jaar. Daarna is de kans op verder herstel zeer klein. De mate en snelheid van herstel zijn sterk afhankelijk van de mate waarin de zenuwen beschadigd zijn geraakt. Restklachten zullen dan ook regelmatig kunnen blijven bestaan. Orthomanuele therapie en/of fysiotherapie geeft vaak goede resultaten.

Het gebruik van het homeopathische middel Calcarea Phosphorica of Gnaphalium Pentarkan is aan te raden.