Botkanker

Bij de duitse dog hoor ik de laatste jaren steeds vaker het woord botkanker (osteosarcoma) vallen. Meestal gaat het om een woekering aan één van de poten van de hond. Dit openbaart zich in veel gevallen in het zesde of zevende levensjaar van de hond. Dat is ook de leeftijd waarop de hond overlijdt, omdat de botkanker vaak al in een ver gevorderd stadium is als het wordt geconstateerd.

Als er bij een hond een bottumor geconstateerd wordt, is dit slecht nieuws. De meeste bottumoren bij honden zijn kwaadaardig. Toch bestaan er grote verschillen in lokatie, groeisnelheid en het risico op uitzaaiingen. Afhankelijk daarvan kan de levensverwachting van honden met botkanker sterk variëren.

Osteosarcoom

Dit is de meest voorkomende bottumor bij de hond (80 %). Deze tumor komt voornamelijk voor bij grote en zeer grote honden (bijvoorbeeld bij de boxer,de rottweiler en de duitse dog). De dieren zijn meestal rond de twee jaar of rond de zeven jaar oud. Osteosarcoom komt bij reuen vaker voor dan bij teven.
De tumor bevindt zich meestal in één van de botten van de voor- of achterpoten, de gewrichten zijn doorgaans nooit betrokken. De symptomen die de hond laat zien zijn: een snel verergerende kreupelheid soms met een locale zwelling en pijnlijkheid bij aanraken van de aangedane plek. Soms kan de kreupelheid plotseling verergeren doordat het verzwakte bot op de plek van de tumor breekt. Dit noemen we dan een pathologische fractuur.
De tumor kan zich ook bevinden aan de kaak (mandibulair osteosarcoom) deze zijn vaak iets minder kwaadaardig.
Door het maken van een röntgenfoto kan de diagnose met grote zekerheid worden gesteld. Indien na het maken van een röntgenfoto twijfel bestaat over het aanwezig zijn van een tumor of een infectieuze osteomyelitis (= ontsteking van het bot) kan door middel van het maken van een bot-biopt de diagnose met zekerheid worden gesteld. Omdat dit een behoorlijk ingrijpende vorm van diagnostiek is, kan met het maken van röntgenfoto’s van de borstholte het aanwezig zijn van een bottumor aannemelijk gemaakt worden. In dat geval worden er vaak uitzaaiingen gevonden in de borstholte.
Afhankelijk van de lokatie en de omvang van de tumor zijn er twee mogelijkheden voor therapie: het wegnemen van het aangedane deel of de amputatie van een poot al dan niet in combinatie met chemotherapie. Deze vormen van therapie kunnen de ziekte niet genezen, maar zorgen voor een verlenging van de levensduur.
De gemiddelde overlevingsduur als het dier niet behandeld wordt, als er alleen een poot geamputeerd wordt of er alleen chemotherapie wordt toegepast is vier maanden. Als amputatie samen met chemotherapie wordt toegepast is de gemiddelde overlevingsduur tien maanden.
Als een mandibulair osteosarcoom geopereerd kan worden is de gemiddelde overlevingsduur één jaar (zonder chemotherapie).

Chondrosarcoom


Dit is na het osteosarcoom de meest voorkomende bottumor bij de hond (5-10%). De tumor komt voornamelijk voor bij de grote rassen (zoals: airdales, dalmatiërs en schotse herdershonden). De gemiddelde leeftijd waarop de aandoening zich manifesteert is acht jaar. Chondrosarcoom komt even vaak voor bij reuen als bij teven.
Een chondrosarcoom is een kwaadaardige tumor die uitgaat van kraakbeen en zich meestal bevindt in de platte botten (schouderblad, ribben of bekken). De tumor kan zich ook bevinden in de botten van de poten of in het neuskraakbeen. De tumor groeit langzamer, maar zaait net zo snel uit als een osteosarcoom. De symptomen zijn afhankelijk van de lokatie: kreupelheid, pijn en zwelling rondom het aangetaste bot en neusuitvloeiing.
Op een röntgenfoto is moeilijk onderscheid te maken tussen een osteosarcoom en een chondrosarcoom. Dit kan wel gedaan worden door middel van een bot-biopt.
Qua behandeling en prognose is het niet zo belangrijk om onderscheid te maken, omdat deze in beide gevallen in grote lijnen hetzelfde zijn. Röntgenfoto’s van de borstkas worden gemaakt om te zien of er sprake is van uitzaaiingen zodat er een betere inschatting gemaakt kan worden van de levensverwachting van de hond.


Fibrosarcoom


Een fibrosarcoom is een kwaadaardige tumor die uitgaat van fibreuze (= bindweefselachtige) elementen van het bot en ervoor zorgt dat een gedeelte van het bot oplost (lees: verdwijnt). De tumor kan uitzaaien naar de longen, andere botten, het hart en de lymfeknopen. Meestal ontstaan uitzaaiingen niet zo snel.
Fibrosarcomen komen niet specifiek bij bepaalde rassen voor, maar komt wel vaker voor bij reuen dan bij teven. De symptomen variëren van een pijnlijke zwelling tot kreupelheid.
Door middel van een röntgenfoto kan de verdenking op een fibrosarcoom ontstaan, maar via een biopt is de diagnose met zekerheid te stellen. Het is belangrijk om een röntgenfoto van de borstholte te maken en de lymfeknopen te controleren (en bij vergroting hiervan eventueel een biopt te nemen) met het oog op uitzaaiingen.
Ook bij een fibrosarcoom is soms chirurgie mogelijk met of zonder chemotherapie, maar dit kan alleen een verlenging van de levensduur van de hond opleveren en helaas geen genezing.


Synoviaalcel sarcoom


Deze tumor komt zelden voor en gaat uit van de weke delen voornamelijk rondom de grotere gewrichten zoals de elleboog, de knie en de hak. Door uitbreiding naar de aangrenzende botten kunnen deze oplossen. Het is dus geen primaire bottumor, maar het klinische beeld lijkt hier veel op. De honden hebben last van een langzaam verergerende kreupelheid en kunnen stoppen met eten en vermageren. Het aangetaste gewricht wordt warm en dik en bij beweging van het gewricht is het voor het dier extreem pijnlijk.
Röntgenfoto’s kunnen een sterke verdenking geven van een synoviaalcel sarcoom, maar door middel het nemen van een biopt kan uiteindelijk de diagnose gesteld worden. Röntgenfoto’s van de borstholte dienen gemaakt te worden om te controleren of er uitzaaiingen zijn.
Afhankelijk van de uitgebreidheid van de tumor en al dan niet behandelen (amputatie van de aangedane poot), varieert de overlevingsduur van vier maanden tot twee jaar. Het is bij deze tumor niet aangetoond dat chemotherapie bijdraagt aan verlenging van de levensduur.

Tot slot:
Wanneer aan de hand van de klinische symptomen en röntgenfoto’s een sterke verdenking op een bottumor bestaat, is dit over het algemeen slecht nieuws. Het hangt sterk af van de wensen van de eigenaar, de leeftijd en het temperament van de hond, de uitgebreidheid van de tumor en de mate van uitzaaiingen of er nadere diagnostiek moet worden gedaan en of er behandeld kan worden. Het nemen van een bot-biopt is een behoorlijke ingreep. Het amputeren van een poot is nog veel ingrijpender, hoewel veel honden zich prima redden op drie poten.
Chemotherapie is niet alleen voor de hond ingrijpend, ook met betrekking tot de omgeving van de hond moet er bewust met deze keuze worden omgegaan. De hond scheidt namelijk tijdens de chemokuur schadelijke stoffen uit die voor iedereen in de omgeving van het dier, maar vooral voor kinderen en zwangere vrouwen, schadelijk kunnen zijn.
Al met al moeten alle voor- en nadelen van behandeling bij een hond met een bottumor zorgvuldig afgewogen worden. Helaas is de ziekte niet te genezen, maar er zijn wel mogelijkheden om het leven voor de hond wat aangenamer te maken met behulp van ontstekingsremmers en pijnstillers. In een aantal gevallen kan het leven van de hond mogelijk verlengd worden door chirurgie of chemotherapie.