Doggydance

Op 4 augustus 2002 heb ik met Lana een ééndaagse workshop Doggydance gedaan. We kregen er de eerste beginselen van het Doggydancen uitgelegd.

Doggydance is 'dansen' op muziek met je hond. Het zijn oefeningen waarbij de hond moet buigen, tussen de benen ‘weven’, rondjes draaien, rondjes lopen om de baas heen, twistjes maken, over je rug heen springen, achteruit lopen, over/door je armen heen springen, enz. Alles wordt aangeleerd door een positief gerichte training waarbij gewerkt wordt met de clicker- en targetstickmethode met beloning. Op deze positieve manier probeer je het juiste gedrag uit te lokken en te belonen. Dan ga je stapje voor stapje verder (shapen) tot je het gewenste gedrag hebt bereikt. Door middel van gebaren en lichaamstaal leert de hond te ‘dansen’. Dit alles op muziek.
De moeilijkheidsgraad begint pas als het geheel vloeiend moet worden uitgevoerd en alle oefeningen aan elkaar worden gekoppeld op de maat van de muziek. Dan onstaat een show.
Oefeningen die bij Doggydance kunnen horen zijn:

Volgen
De hond loopt met zijn schouder of kop naast je linker- of rechterbeen in hetzelfde tempo mee. Het mooiste is als de hond je hierbij aankijkt en jij hem - zoals dansers die alleen maar oog voor elkaar hebben. Het is niet de bedoeling dat de hond hierbij te dicht tegen het been loopt. De hond hoeft niet, zoals bij obedience, zo dicht tegen de handler aan te lopen dat er geen daglicht tussen komt.
Draaien
De hond draait linksom of rechtsom om zijn as.
Weven
De hond slalomt tussen je benen door terwijl je loopt. Dit kan doordat je allebei vooruit of achteruit loopt (waarbij de hond dus achteruit tussen je benen door slalomt), maar ook doordat jij achteruit loopt en de hond vooruit of jij vooruit loopt en de hond achteruit:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maar het kan ook terwijl jij stilstaat en de hond tussen je benen door weeft:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sprongen
De hond kan over je armen of over je benen heen springen. Ook kan de hond leren over je rug heen te springen.

Voorpoten
De hond leert een poot te geven. Door een stapje verder te gaan, leer je de hond afwisselend de linker- en de rechter poot te geven.
Achterpoten
Sommige honden kunnen leren op de achterpoten te lopen. Er zijn honden die vooruit, achteruit of zelfs zijwaarts kunnen lopen. Een variantie is het los blijven staan op de achterpoten:

Grondoefeningen
De hond leren om helemaal op zijn zij plat op de grond te gaan liggen kan erg effectief zijn voor momenten dat je hem 'dood' wilt hebben in de dans. Wil dit er echt uitzien dan moet de hond leren ook zijn staart stil te houden.
Een oefening die hier voor de hond erg op lijkt, is omrollen.
Ten slotte kun je de hond nog leren kruipen.
Afstandswerk
Alle voorgaande oefeningen op afstand uit laten voeren. Hieronder valt ook het achteruit leren lopen. Dit vond Lana erg moeilijk. Hier probeert onze cursusleidster het Lana aan te leren:

 

 

 

 

 

 

 

 

Het was een hele leuke en leerzame dag. Lana en ik hebben er veel plezier aan beleefd.